Met de stroom mee

Ankh-Hermes, 1992. Verslag van een persoonlijke transformatie…  niet meer leverbaar. Gratis per email te verkrijgen. rietokken5@gmail.com

De overgave aan een verlicht Meester maakt in Riet een stroom van energie en ervaringen los, die een niet te stuiten ontwikkeling op gang brengen.

Ze beschrijft hoe deze energie -in het Oosten koendalini genoemd -blokkades en resten van traumatische ervaringen uit de weg ruimt. Op persoonlijke wijze maakt ze de lezer deelgenoot van haar ervaringen, die zowel uit vorige levens als ook uit dit leven stammen. In het proces van ‘met de stroom mee’ ontdekt ze in zichzelf nieuwe mogelijkheden en ervaart ze wat het is om opnieuw een onbevangen kind te zijn en volledig ‘ja’ te zeggen tegen zichzelf en daarmee tegen het leven. Op deze weg neemt ze ook weer afscheid van de uiterlijke Meester om de overgave aan zichzelf te realiseren en haar eigen innerlijke Meester te vinden.

Riet onderneemt een intensieve zoektocht naar de kern van haar wezen, waarin ze ook trauma’s tot in de kern doorleeft en… verwerkt. Het boek is een getuigenis van hoe je, door middel van zelfonderzoek en met behulp van een aantal psychologische therapieën jezelf kunt transformeren tot een bevrijd mens.

Uit het boek: met de stroom mee

Overgave

Mijn overgave zoekt een rustplaats
wie zal mijn Geliefde zijn?
wie kan ontvangen mijn totale liefde
wie zal mijn vindplaats zijn?
Alleen de Liefde zelf kan ontvangen dit vuur.

Zo voel ik me begin 1989, in het eenenveertigste jaar van mijn leven. Ik ben één brandend verlangen. Niets bevredigt mij echt. Vriendschap, de `gewone’ liefde en mijn werk vervullen me niet meer. Mijn dromen en illusies zijn weggevaagd: wat doe ik hier nog? Het brandt in mij: iets in mij dringt naar een overgave, waarvan ik de richting en de omvang nog niet kan zien. Ik weet alleen dat geen `aardse’ geliefde deze liefdeskracht, dit vuur, kan dragen.

Ik weet ook dat het uiteindelijk gaat om de overgave aan mezelf, maar dat ik die stap niet alleen kan zetten. Het is alsof ik die totale liefde eerst aan iemand moet schenken die weet heeft van deze overgave aan zichzelf, om uiteindelijk thuis te komen, niet alleen in mezelf, maar in het gehele universum.

Verhalen en boeken waarin iemand op zoek gaat naar een Meester, hebben me altijd aangesproken maar ook tegengestaan. Te vaak zag en zie ik dat mensen blijven steken in de adoratie van een Meester, waarbij deze Meester als een soort pappa fungeert en zij zelf kind blijven. Ook wilde ik wel graag zelf baas blijven in mijn leven! Maar dan gebeurt wat ik nooit voor mogelijk had gehouden: ik word verliefd op een Meester en nog wel op Bhagwan Shree Rajneesh (nu Osho genoemd)! Tot dan toe nam ik hem niet serieus. Ik liet me beïnvloeden en bepalen door verhalen in de pers, zonder dat ik ooit een boek, laat staan een uitspraak, van hem zelf had gelezen of gehoord. Via vrienden en opleidingen kwam ik echter in contact met mensen die zijn leerling, sannyasin, waren. De levensvreugde en vrijheid die ik bij hen waarnam, spraken me aan. Zou die Meester daar de hand in hebben?

Ik begon boeken van hem te lezen over de relatie tussen leerling en Meester en raakte gefascineerd: eindelijk iemand die weet en dit weten op een onconventionele wijze doorgeeft aan ieder die wil horen en op zoek is naar de uiteindelijke werkelijkheid! En wat voor mij, die altijd graag op ‘eigen-wijze’ wijze wil leren, van belang was: hij dringt niets op, hij verwijst me steeds naar mijzelf en mijn eigen ervaren.

De leraren en leraressen die ik tot nu toe tegenkwam, en die mij ieder op hun eigen manier veel geleerd hebben, gingen me uiteindelijk, als ik mijn eigen ontdekkingen deed, beleren en waarschuwen en hun wet voorschrijven. Hun ikje, met zijn vaste ideeën en met zijn behoefte aan macht, hoe subtiel ook, noodzaakte mij steeds opnieuw afscheid te nemen en eigenwijs mijn weg te vervolgen. Steeds was er het besef dat ik zelf mijn weg moet vinden, maar dat ik het niet alleen kan.

Vanuit dit besef heb ik me altijd een leerling gevoeld, hongerig naar mensen die gerealiseerd hebben wat ik in mezelf verlang te verwerkelijken. Zoals de Soefi’s, de zoekers en mystici binnen de Islam, zeggen: hoe leer je de weg naar volledig aanwezig zijn, tenzij in de aanwezigheid van een mens die aanwezig is?

Van jongs af aan heb ik gespeurd naar mensen bij wie ik een spoor van die aanwezigheid kon waarnemen. Iets ervan heb ik bij velen gevoeld, maar bij niemand de volheid. Nu, in de ontmoeting met Osho Rajneesh laait mijn verlangen om thuis te komen huizenhoog op. Ik krijg het vermoeden dat hij voor mij een middelaar, een spiegel kan zijn waarin ik mijn oorspronkelijke gezicht terug zal vinden. Ik voel dat hij de thuiskomst in mezelf kan versnellen, een katalysator en ‘vroedvrouw’ kan zijn.

Uit zijn woorden krijg ik het vertrouwen dat hij niet naar zichzelf verwijst maar naar een Werkelijkheid die in ieder van ons op realisatie wacht. Ik lees van hem: ‘overgave aan de uiterlijke Meester is in wezen overgave aan de innerlijke Meester. Iedereen draagt ergens, diep verscholen in zijn wezen, God met zich mee. God is in je aanwezig, maar je bent vergeten hoe hem te benaderen; je bent de weg en de middelen kwijtgeraakt om tot je eigen innerlijke realiteit te komen. Je hebt de deur gesloten en bent de sleutel kwijtgeraakt. Eeuwenlang ben je niet in de kamer geweest, je weet niet hoe je naar binnen kunt gaan. Je bent verlamd geraakt en je kunt alleen maar de buitenwereld zien. Daarom is de uiterlijke Meester noodzakelijk; hij zal je helpen naar de innerlijke Meester te gaan, hij zal een deur zijn.’

`Het is een misverstand je aan de Meester vast te klampen, hem te aanbidden en volledig te vergeten dat hij alleen maar een vinger was die naar de maan wees. De vinger moet niet aanbeden worden. Je moet de vingerwijzing begrijpen en dan de vinger vergeten. Als je de vinger gaat aanbidden, als je daardoor geobsedeerd raakt, wie kijkt er dan nog naar de maan?

Dit is een ramp… en het is zo vaak gebeurd.’

En: ‘Een Meester is iemand die je niet zal vertellen hem te volgen, maar hij zal je zeker vragen stil met hem samen te zijn. Dat heeft met volgen niets te maken. Een werkelijk authentieke Meester wil geen kopieën, geen afdrukken van zichzelf maken; hij helpt je je oorspronkelijke gezicht te ontdekken. Hij zal geen structuur om je heen plaatsen, integendeel, hij zal je helpen om alle structuren die je zijn opgelegd, kwijt te raken. Hij zal je niet conditioneren, hij zal je zeker niet herconditioneren.’ Al met al word ik, al lezende, zeer nieuwsgierig naar deze man en meer dan dat: ik raak in vuur en vlam! In februari 1989 ben ik niet meer te houden en vlieg naar Poona in India!