“leid vriendlijk licht
mij als een trouwe wacht”
Dit gezang uit de protestantse traditie is me altijd bij gebleven. Deze woorden hebben me als puber tot tranen toe bewogen. Zo’n behoefte aan leiding, iemand die me bij de hand zou nemen en me het leven zou tonen, mijn leven en mijn weg…
Met vallen en opstaan heb ik mijn weg gevonden en heb ik leiding gevonden. Hoe? Door me dwars door mijn schaduw, mijn onverwerkte neuroosjes heen een weg te banen naar een ruimte in mezelf waarin ik leiding kon ervaren. Stap voor stap en traan voor traan…
Hoe vind je die leiding?
Ik heb al veel gezegd en geschreven over dat banen van die weg door onze neurotische prut. Nu is het tijd om te gaan kijken naar waar leiding, steun en draagkracht, inspiratie en openbaring vandaan komt.
Wij noemen ons Werk LichtpuntWerk: Werk dat uiteindelijk gericht is op de realisatie van ons Lichtpunt. Dat is voor mij de naam die staat voor leiding, inspiratie, scheppingskracht, draagkracht(die in het Lichtpuntboek, de Liefdevolle Draagster genoemd wordt).
Het Zelf
Maar wat is nu dat Lichtpunt? Het is dat wat Jung het Zelf noemt, wat in het gnostisch christendom de innerlijke Christus wordt genoemd, in de Kabbala, de Sophia, bij de Hindoes Krishna, wat de oudtestamentische Jacob als zijn engel ervaarde, wat door Samuël als een goddelijke stem gehoord werd. Het is de Ubermensch van (de zo vaak misverstane) Nietzsche, de Daimon van Plato, de Pappa van Jezus. Enzovoort, enzovoort. Allemaal namen voor de ene ervaring in allerlei vormen en maten, van wat ons kleine ikje overstijgt.
In de menselijke zoektocht is voor deze ervaring steeds andere namen en beelden gezocht omdat de mens zich te klein achtte om de ervaring als eigen te interpreteren. Dat wat als innerlijke stem of visioen werd ervaren en leiding gaf, werd dan geprojecteerd op het Hogere, op Goden en Godinnen, op engelen en gidsen. Zo ontstonden vele godsdiensten in allerlei vorm en gedaante, meestal rondom een persoon die een dergelijke ervaring, die als een openbaring werd beleefd, had.
Nietzsche en Jung in zijn kielzog hebben de Naam die boven de eigen naam is durven thuis te brengen. Nietzsche is er voor in het vuur van de waanzin gesprongen om, zoals hij zelf later schrijft in zijn autobiografie ‘geloof in mijzelf te vinden en een hoger octaaf van gezondheid’.
Jung spreekt van twee centra in onze ziel: het ik, onze kleine persoonlijkheid en het Zelf, de Grotere Persoonlijkheid. De laatste is het transpersoonlijke centrum in de menselijke ziel en het ik het subjectieve centrum van de ‘plaatselijke’ persoonlijkheid. Het Zelf is transcendent, het ik-overstijgend en kan daardoor niet volledig gedefinieerd worden. En wordt daarom zo gemakkelijk geprojecteerd!
Jung en de tweeling
Jung zegt in zijn Archetype en het collectieve onbewuste: ‘Wij zijn een paar Dioscuri, een tweeling, van wie de een sterfelijk is en de andere onsterfelijk, en die, alhoewel altijd samen, nooit volledig één kunnen worden.’
Vandaar wellicht ook dat, we als we die (geslachtsloze) onsterfelijke broeder/zuster niet binnen in onszelf zoeken, we ertoe neigen om eindeloos die ideale partner, onze tweelingziel, buiten onszelf te zoeken. Dit is wellicht nog een diepere achtergrond achter onze verliefdheden en liefdes (en de teleurstellingen daarin!), dat we niet alleen de ideale vader en moeder in elkaar zoeken, maar ook onze verloren gewaande tweelingzuster/broeder.
Alle psychologische werk is voor Jung een prelude op de ontmoeting met dit Zelf. En zo is het ook in het LichtpuntWerk. We werken aan emotionele schoonmaak, zodat er ruimte komt voor het Licht dat wij zijn. En daarmee ga ik een stap verder dan Jung. Hoe? Door dit Zelf geen Zelf meer te noemen, maar ons Ik, ons Lichtpunt dat vaak verscholen is in een andere dimensie van bestaan. Je zou kunnen zeggen: What’s in a name? Wat is het verschil tussen het hogere Ik of het hogere Zelf? In feite, in de ervaring, is er geen verschil.
Wanneer het lichtpunt geprojecteerd wordt
In essentie hebben alle zoekers en vinders en alle religies het over hetzelfde, echter meestal in geprojecteerde vorm: het eigen Lichtpunt wordt naar buiten geplaatst. En dat laatste is ook niet erg. Op het pad van zelfontdekking kunnen we de Waarheid dat wij zelf groots zijn en goddelijk, een Lichtpunt van het grote Licht, slechts mondjesmaat binnenlaten. Dit Pad is een weg van stap voor stap terugnemen van onze projecties en toelaten van onze grootsheid en volledigheid, ons van Licht zijn.
De laatste projectie terugnemen
Voor mij betekent de laatste projectie terugnemen de realisatie dat ik slechts één Ik ben. Ja, dat het Ik de enige werkelijkheid is, waarvan echter de volledigheid verborgen is. Een groot deel van ons Ik is verscholen in een andere dimensie van ons kosmische bestaan. Die zou je de onsterfelijke helft van Jung’s tweeling kunnen noemen. Maar het is geen ander en geen Ander! Het is Ik in mijn volledige Licht en mijn volledige luister. Het is mijn ene ziel. Dit verborgen deel van mijn ziel, mijn hogere Ik ben ik ook! Ik ben dat ook, alleen dan als degene die de hoogste regionen van bewustzijn heeft ontwikkeld. Je zou het je toekomstige ik kunnen noemen of je pure ik, dat in een andere dimensie zich al veel verder gerealiseerd heeft dan ik in mijn plaatselijke persoonlijkheid hier op aarde. Het hogere Ik is niets anders dan mijn ik in een hoger octaaf van bewustzijn. Ons lichaam zouden we het eerste octaaf van het ik kunnen noemen en zo zijn er verschillende octaven te gaan en te bespelen ( bewustwording is een groot spel!) voordat we ons geheel kunnen verbinden met al wie we zijn en ons hele Ik realiseren.
De gehele werkelijkheid kan dus in dit ene Ik gevonden worden.
Dannion Brinkley, die als jongeman door de bliksem werd getroffen (terwijl hij aan het telefoneren was) en een half uur dood is geweest, schrijft in zijn boek Gered door het Licht, hoe hij na zijn dood opgevangen werd door een Wezen van Licht: ‘Het was alsof ik een minnares, moeder en beste vriend zag, vermenigvuldigd met duizend. Ik voelde me op mijn gemak in zijn aanwezigheid, een bekendheid die me deed geloven dat hij elk gevoel ervaren had dat ik ooit had gehad, vanaf het moment dat ik voor het eerst ademhaalde tot het moment dat ik door de bliksem geroosterd werd. Terwijl ik naar dit Wezen keek, had ik het gevoel dat niemand meer van me kon houden, niemand meer sympathie, stimulans en medeleven zonder te oordelen voor me kon voelen dan dit Wezen.’ (p.18)
Het kleine ‘ik’ en liefdeloosheid
Wat is nu het grote verschil met veel denken over het ik en het Zelf? Dat zit hem in één woord en dat is de Liefde. Ik zal dat uitleggen. In veel stromingen van oost tot west wordt het kleine ik wat hier door ieder van ons op aarde geleefd wordt, gezien en afgeschilderd als de boosdoener, als datgene wat moet sterven om tot de realisatie van het Zelf te komen. Ook al wordt uiteindelijk terecht bedoeld dat in de zoektocht naar dat Zelf, er een loutering van het kleine ik moet plaatsvinden, toch wordt dit vaak negatief verstaan: ‘het kleine ik is niet goed.’ En daarin zit veel liefdeloosheid en maakt dat deze weg van ‘twee zielen in mijn borst’ niet effectief is en daardoor niet heilzaam.
Natuurlijk zijn onze plaatselijke kleine ikjes knal neurotsich, dat wil zeggen gekwetst en gepokt en gemazeld door vele levens op deze vaak beoorloogde aarde. De kwetsuren moeten verWerkt worden, macht en onmacht gelouterd tot kracht en liefde, en angsten overwonnen. Dat is wat wij LichtpuntWerk noemen: Werk om Licht te worden en ons volledige Ik, in al zijn rijke octaven te realiseren. De Russische filosoof Yuri Mamleev noemt dit de muziek van trancendenteel narcisme. In termen van de christelijke mystiek betekent dit: God die zichzelf bemint. Hier past de fundamentele zin uit het Nieuwe Testament: ‘Heb Uw naasten lief, gelijk Uzelf’. Zonder jezelf in al zijn/haar volledigheid lief te hebben, is er geen volledige liefde voor de ander. Zo simpel is het. Onderweg naar die volledigheid is onze weg er een van liefde leren voor de ander en voor onszelf, stap voor stap en met vallen en opstaan. Dat is ons leerproces hier op aarde.
De Hoogste liefde
Mamleev noemt liefde voor zichzelf een van de meest religieuze daden. Wanneer de liefde gericht wordt naar het pure of volledige Ik, is dat de hoogste liefde. Zo zijn er verschillende niveaus van initiatie in de liefde. In ons LichtpuntWerk beginnen we vaak met de liefde voor het gekwetste kindje van binnen en dat is een belangrijke stap. Het kind staat immers nog dicht bij die puurheid?
In dit grote kader past ons Werk in de neurotische modder. Slechts in dit kader krijgt lijden en pijn zin. Slechts waar pijn verbonden wordt met deze zoektocht naar ons volledige Ik, is het draaglijk en iets om met moed en vertrouwen tegemoet te gaan, te verWerken en zo te verlossen. Zo ontstaat verlossend lijden. Daar staat het kruis van Jezus voor. Draag je kruis en in het LichtpuntWerk voegen wij eraan toe: verWerk je pijn en zorg dat je ervan verlost wordt door je verstopte emoties in beweging te zetten in de richting van een steeds vollediger Ik.